Waarom zijn fossielenhaar vijf keer minder waarschijnlijk dan veren

Wanneer de meeste mensen het woord 'fossiel' horen, denken ze waarschijnlijk aan gigantische botten of scherpe tanden. Maar onder bepaalde omstandigheden, na de dood van een dier, kunnen zelfs huid, haar en veren nog lang aanhouden. Alles is hier echter niet zo eenvoudig: statistieken tonen bijvoorbeeld aan dat intacte oude veren vijf keer vaker worden gevonden dan haar. Waarom gebeurt dit, kunnen wetenschappers nog niet antwoorden. Misschien is dit te wijten aan de structurele kenmerken van veren en haren, met omgevingsomstandigheden. Of misschien met de nalatigheid van de onderzoekers zelf!

Op de rand van de waarheid

Haar is een essentieel element voor het begrijpen van oude soorten. Ze bevatten, zoals veren of leer, unieke gegevens over de ecologie en levensstijl van uitgestorven dieren, inclusief welke kleur ze zouden kunnen zijn. Vanwege het feit dat dergelijk 'bewijs' slecht bewaard is gebleven, kunnen wetenschappers zich vergissen in hun beoordelingen toen het de levende wezens op aarde waren die haar verwierven. Er is bijvoorbeeld een mening dat dit veel eerder gebeurde dan algemeen wordt aangenomen - alleen bewijsmateriaal is niet bewaard gebleven.

Hoe wordt het haar van fossiele dieren nog steeds bewaard? Fossiele lagen die zachte weefsels zoals haar en veren bewaren, worden lagerstätte ("fossiele opslagplaatsen" in het Duits) genoemd en zijn op zichzelf zeldzaam. Ze zijn bijvoorbeeld te vinden in de Verenigde Staten en China. Een groep wetenschappers onderzocht deze lagen om te begrijpen hoe het mechanisme werkt.

Goed gedaan

Onderzoekers geloven dat het haar van zoogdieren al meer dan 160 miljoen jaar bestaat, maar er is bijna geen echt bewijs (in tegenstelling tot veren). Dit kan te wijten zijn aan het feit dat haar en veren verschillende soorten keratine bevatten, waardoor deze laatste een grotere kans op verstening hebben. Het is echter mogelijk dat de reden in de wetenschappers zelf ligt: ​​een enkele pen identificeren is veel gemakkelijker dan een enkele haar, dus in veel gevallen kunnen ze eenvoudig over het hoofd worden gezien.

Een andere mogelijke factor is de locatie van het fossiel. De studie toonde dus aan dat retentie van zacht weefsel het meest voorkwam in een tijd dat de zeespiegel hoog was. Tot nu toe is er zeer weinig informatie over de chemische eigenschappen van deze afzettingen en waarom ze zo ongelijk verdeeld zijn in tijd en ruimte. De meeste van deze bevindingen zijn bijvoorbeeld gevonden in Noord-Amerika of Eurazië, maar het is niet duidelijk waar dit verband mee houdt.

Bekijk de video: Ian Juby's CrEvo Rant #46: Dinosaurs to birds (Mei 2024).

Laat Een Reactie Achter