Hoe kleiner, hoe beter: de grootte van de hersenen van insecten hangt af van de grootte van de gemeenschap

Observaties van primaten en andere zoogdieren, evenals vogels die in groepen leefden, onthulden een interessant kenmerk: hoe hoger het niveau van socialisatie, hoe groter het volume van de hersenen. In dit verband werd de hypothese van een 'sociaal brein' geformuleerd, volgens welke een groot aantal verbindingen en complexe relaties binnen de dierengemeenschap leiden tot stimulering van hersenactiviteit en het ontstaan ​​van bewustzijn. Maar recent onderzoek naar openbare insecten heeft wetenschappers in verwarring gebracht. Het bleek dat dit ontwikkelingsprincipe niet op hen van toepassing is.

Onder de variëteit aan insecten op onze planeet zijn er verbazingwekkende soorten, voornamelijk vertegenwoordigers van de orde Hymenoptera, die complexe gemeenschappen vormen, vaak bestaande uit duizenden individuen. Een van de meest bekende gesocialiseerde insecten zijn bijen, hommels, wespen, mieren en termieten. Ze leven in grote kolonies, bouwen een gemeenschappelijk huis, verzamelen samen voedsel, brengen samen nakomelingen groot en verdedigen zich tegen vijanden.

Op de foto: termietenheuvel in Afrika

Amerikaanse entomologen bestudeerden het gedrag en de fysiologie van wespen die in kolonies leven, maar verschillen in aantallen. Vertegenwoordigers van 29 soorten namen deel aan het experiment, waarbij de afmetingen van het lichaam en de hersenen werden bestudeerd. Hier werd een interessant feit ontdekt: hoe groter het aantal kolonies, hoe kleiner de hersengrootte van vertegenwoordigers van deze gemeenschap. Dat wil zeggen, het tegenovergestelde effect wordt waargenomen bij insecten. Eenwording in zulke grote groepen leidde tot het feit dat het leven van hun leden veel gemakkelijker is geworden. Met andere woorden, iedereen in een groot gezin is bezig met zijn eigen bedrijf: degenen die deelnemen aan de zoektocht naar voedsel, zorgen niet voor hun nakomelingen, en degenen die huisvesting bouwen, moeten niet deelnemen aan de fokkerij en eieren leggen.

Op de foto: aspen familie

Desondanks verzekeren biologen dat de hypothese van een 'sociaal brein' geldig blijft, omdat sociaal gedrag een andere structuur heeft. In grote zoogdieren die gemeenschappen vormen, zijn de genetische bindingen binnen de groep niet zo nauw als bij insecten. Bovendien moeten ze voortdurend actief communiceren met bijna alle leden van de samenleving, voedsel delen, samen jagen en conflicten oplossen. Terwijl insecten enorme families vormen, waarin elk lid zijn eigen rol heeft en een bepaald gedragsmodel krijgt toegewezen. Het blijkt dat ze zich niet hoeven te ontwikkelen en te trainen. Overmatig initiatief is niet welkom, omdat elke afwijking van gemeenschappelijke waarheden de basis van dit gezin kan ondermijnen. Het volstaat dat elk lid van deze sterk georganiseerde samenleving zich eeuwenlang aan de regels houdt en welvaart voor het hele gezin wordt gewaarborgd.

Bekijk de video: Global Warming or a New Ice Age: Documentary Film (Mei 2024).

Laat Een Reactie Achter