Bever, slager en meester van wijn: hoe ze vroeger thuis aten in Amsterdam

Lang voordat nummering in elk huis in Amsterdam verscheen, had de stad een zeer interessante manier om een ​​adres toe te wijzen. Elk gebouw had zijn eigen speciale plaat, die een frontonsteen werd genoemd. Er werd in verven verteld wat voor soort huis het is. Dus, als er een slagerij in het gebouw was, dan werd het slachten van de koe op het bord afgebeeld, maar als er een kantoor voor vleesinspecteurs was, vertelde de frontonsteen in detail hoe ambtenaren in kamerjassen de kwaliteit van vlees onderzochten. Vaak hadden de frontonstenen niet één afbeelding, maar een hele ketting die gedetailleerd weergeeft welke functie het gebouw had: de papierfabriek had bijvoorbeeld een tablet die de productie van papier in fasen liet zien en wijnmakers hadden stappen om wijn te maken.

Fronton-stenen waren vooral nuttig in de middeleeuwen, toen maar weinigen konden lezen of schrijven. Iedereen kon gemakkelijk begrijpen wat er in het gebouw was of wie het bezat: de schrijver had altijd een veer en de matroos had een schip. Later begonnen tabletten te verschijnen die als een speciale charme voor het huis dienden: citaten uit de Heilige Schrift, motto's die de eer van de eigenaar of zijn status prijzen. Er waren ook zulke bewoners die de frontonstenen met humor benaderden: meestal pronkten er grappige woordspelingen op.

Sinds 1875 begon Amsterdam de nummering van huizen te introduceren, tablets hebben hun betekenis verloren. Ze zijn echter tot op de dag van vandaag te zien. Dus alleen in de hoofdstad van Nederland zijn er ongeveer 850 frontonstenen en in het hele land zijn er meer dan anderhalf duizend.

Bekijk de video: DE BESTE MANIEREN OM THUIS TE BLIJVEN VAN SCHOOL! (Mei 2024).

Laat Een Reactie Achter