Alles is niet zo duidelijk: hoe de opwarming van de aarde de bossen van Europa en Rusland beïnvloedt

Tegenwoordig ontkent niemand het feit dat de opwarming van de aarde een steeds grotere invloed heeft op de ecosystemen van onze planeet. Maar niet alles is zo triest, omdat opwarming een gunstig effect moet hebben op ecosystemen met gematigde en polaire breedtegraden. De winters worden korter en warmer, de vorstvrije periode neemt toe en bosecosystemen hebben meer potentieel voor actieve groei. Maar is de invloed van opwarming zo duidelijk?

Russische wetenschappers van Krasnojarsk hebben samen met buitenlandse collega's grootschalige studies uitgevoerd naar Siberische bossen, voornamelijk bestaande uit lariks. Dit zijn de meest bescheiden coniferen die kunnen groeien op schaarse grond en bij extreem lage wintertemperaturen. Tegelijkertijd groeit ongeveer 80% van de lariksbossen van Rusland in gebieden waar permafrost wijdverbreid is.

Onderzoekers wisten te achterhalen dat het ontdooien van permafrost, dat zich terugtrekt onder invloed van de opwarming van de aarde, de groei van lariksbossen gunstig beïnvloedt. Het ontdooien van de permafrostlaag verbetert de toegang van de wortels tot de voedingsstoffen in de bodem, voornamelijk tot de vitale stikstof, fosfor en kalium. Verbeterde voeding, evenals een toename van de duur van de vegetatie draagt ​​bij aan een intensievere groei van bomen. Zoals metingen hebben aangetoond, is de groei van biomassa tijdens de warme periode in bossen die op gewone bodems groeien tot 50 keer hoger dan in bosecosystemen die onder permafrost zijn.

Tegelijkertijd waarschuwen Duitse wetenschappers alle optimisten met hun studies. Biologen van de Technische Universiteit van München ontdekten dat de opwarming van de aarde uiteindelijk de bossen van de gematigde zone negatief beïnvloedt. Europese onderzoekers die de bosecosystemen van Midden-Europa bestudeerden, ontdekten ook dat door een toename van de luchttemperatuur de groeisnelheid van beuken en sparren aanzienlijk toenam (tot 77% per jaar). Maar het bleek dat de kwaliteit van hout slechter is geworden en dat de dichtheid de afgelopen eeuw met 8-12% is afgenomen. Het blijkt dat de bomen kwetsbaarder zijn geworden, en dit beïnvloedt de vitaliteit van de bomen zelf en de kwaliteit van het hout dat ervan wordt verkregen. Wetenschappers geloven dat dit niet alleen te wijten kan zijn aan een stijging van de temperatuur en een toename van de groeisnelheid, maar ook aan een verslechtering van de luchtkwaliteit die optreedt als gevolg van menselijke activiteiten.